Carehome of the future. Denk niet in producten, maar in ‘leefmodellen’

60 participerende bedrijven, 54 serviceflats, 90 rusthuisbedden, 50 medewerkers en 200 bewoners maakten 3 jaar deel uit van de setting van Carehome of the Future. Deze zorgwoning van de toekomst had als doel te informeren en te sensibiliseren, maar voornamelijk om vraag en aanbod in zorginnovatie dichter bij elkaar te brengen in een levensecht open platform. Anderhalf jaar na de opening maken we de balans op van dit unieke project rond zorg, wellness, comfort en gezondheid. De partners van dit demonstratieproject werden uitgenodigd en namen plaats rond de tafel om hun ervaringen te delen. Net zoals Carehome of the Future zelf, werd dit rondetafelgesprek een boeiende evenwichtsoefening… Technologie of de bewoner zelf?

 

Complete revolutie

Het visiedebat had als voornaamste doelstelling de partners een kans te geven hun initiële bedoelingen af te toetsen aan de realiteit vandaag. Het belang van dit onderzoeksproject valt nog steeds niet te onderschatten en om de organisatie van de zorgsector in de toekomst haalbaar en betaalbaar te maken is onderling overleg onontbeerlijk. Vooral creativiteit en communicatie tussen alle betrokken partijken blijken dé pijlers van een leefbare situatie. Buiten de muren van een woonzorgcentrum durven kijken en het centraal plaatsen van de bewoner zelf moeten de basis vormen van nieuwe ideeën en concepten in de zorg. De gezondheidszorg wacht immers een complete revolutie. Bestaande paradigma’s moeten op de helling worden geplaatst, want de transformatie is integraal en beslaat zowel financiering, organisatie als logistiek. De eerste tekenen van deze omwenteling zijn met Carehome of the Future zichtbaar gemaakt en worden na anderhalf jaar getoetst aan de realiteit vandaag… en de toekomst.

De kwaliteit van de zorg verbeteren was en is voor alle partners de rode draad doorheen het volledige traject. Wat is nodig om langer thuis te kunnen blijven wonen? Hoe wordt technologische ondersteuning voor iedereen toegankelijk? En hoe kunnen zorgresidenties ook na de staatshervorming gefinancierd worden?

Technologie in de zorg: kloof of toenadering?

De technologie heeft zich sinds de start van het project ontegensprekelijk verder ontwikkeld, maar is de zorgsector in hetzelfde tempo geëvolueerd? Is de kloof groter geworden of zijn technologie en de zorg dichter naar elkaar toe gegroeid? Hierin ligt een belangrijk pijnpunt, want vooral de zorgmedewerkers drukken hun ongerustheid uit over de technologische vooruitgang. Technologie draagt bij tot innovatie, maar hoe kan technologie ertoe bijdragen dat zorgpersoneel wordt ontlast en niet aan de kant wordt gezet. Daaraan gerelateerd staat de kostprijs van innovatie dikwijls ter discussie.

Frederik Vandenheede, Tunstall: “Het project oogt inderdaad goed, maar het kostenplaatje baart bezoekers van Carehome of the Future zorgen. Wij proberen hier een antwoord op te bieden door de persoonlijke setting van iedere (toekomstige) bewoner te analyseren. Met andere woorden: de basisvoorzieningen kunnen stelselmatig uitgebreid worden waar nodig.”

Het bedrijf Cochlear, dat hoorimplantaten ontwikkelt, richtte zich de laatste jaren vooral op het creëren van technologische toepassingen om het zorgtraject efficiënter te maken. Volgens Cochlear duurt het inderdaad een aantal jaar om innovaties op punt te stellen. “Als partner van Carehome of the Future en dankzij de ervaringen binnen het project, is Cochlear in staat geweest om hun producten nog gebruiksvriendelijker te maken. Het project is dus voor ons een goede leerschool geweest”, zegt Niels van Druten.

Ook Communicatie-integrator Nextel toonde in Carehome of the Future een aantal zaken die vernieuwend zijn. “Ondanks de huidige context van schaarste en kostenbesparingen in de sector ben ik ervan overtuigd dat heel wat getoonde technologieën de toekomst mee zullen bepalen. Maar het project verruimt ieders horizon. We geloven – mede door deze ervaring – sterk in onze draadloze concepten en gaan de komende maanden nieuwe zaken testen in een life omgeving”, zegt Joël Schols van Nextel.

Ook jongeren maken zich zorgen over de implementatie van technologie in de zorg. Dat bleek bij de voorstelling van Carehome of the Future aan studenten Toegepaste Architectuur en Zorgverlening van Howest (Hogeschool West-Vlaanderen).

“Jongeren moeten zich vandaag flexibel kunnen opstellen om tegemoet te komen aan toekomstige innovaties. Bovendien zijn ze ervan overtuigd dat de huidige technologie, zoals bijvoorbeeld tablets en smartphones, té moeilijk is voor de senior. Wel zijn studenten het erover eens dat technologie moet ingezet worden voor administratieve vereenvoudiging, maar liever niet bij de bewoner zelf. Volgens hen moet in het zorgmodel van de toekomst de mens centraal blijven staan. Wel staan de studenten heel positief ten opzichte van de distributierobot in de Apotheek van de Toekomst, omdat deze de mogelijkheid geeft aan de apotheek zich meer toe te leggen op dienstverlening”, vertelt Jurgen De Jaeger, Innovation Manager Carehome of the Future.

Apotheek van de Toekomst

Binnen het project is dus ook ruimte gemaakt voor de Apotheek van de Toekomst. In deze apotheek wordt elke menselijke tussenkomst bij de logistieke processen tot een minimum herleid en wordt de ruimte aan de apotheker gelaten om zich te profileren als gezondheidscoach en voortgezette farmaceutische zorg aan te bieden. Een groot deel van de logistieke taken wordt verschoven naar een 24/7 zone. Een geïntegreerde robot zorgt er voor een snelle, steeds toegankelijke en veilige levering van geneesmiddelen aan personen. De Apotheek van de Toekomst wil de nadruk leggen op de coachende rol van de apotheker. De hoofdtaak van de apothekers en apotheekassistenten ligt niet alleen in het afleveren van een geneesmiddelendoosje. De meerwaarde ligt in de farmaceutische zorg en alles wat daarbij hoort.

Apothekers staan open voor deze nieuwe technologie, toch is de Apotheek van de Toekomst nog iets te veel een ver-van-mijn-bed-show voor hen. KAVA, de Koninklijke Apothekersvereniging Van Antwerpen, is volop bezig met schaalvergroting om enigszins gehoor te kunnen geven aan deze innovatieve apotheek. “Geen gemakkelijke oefening in de huidige context”, zegt Erik Lebacq. “Er zijn 5000 apotheken in België en slechts een 10-tal leggen zich toe op een nieuw businessmodel. Vanuit KAVA denken wij dat de Apotheek van Toekomst pas zijn intrede zal kunnen doen als er clusters worden gevormd tussen de apothekers onderling.”

Integratie nieuwe technieken in een woonzorgcentrum

Nieuwe bouwmaterialen of toepassingen integreren in een woonzorgcentrum blijkt nog steeds een moeilijke evenwichtsoefening. Niet voor de professional uiteraard, maar dan voornamelijk voor het zorgend personeel, de bewoner zelf en de familie van de bewoner. Zo integreerde Coram in de badkamer een unieke douche. Deze douche werd door zorgverstrekkers twijfelachtig onthaald, tot men de eigenschappen van de douche nader ging bekijken. De douche met hydromassage en aquapresseur zorgt immers voor een extreme wellness-ervaring en draagt bij tot het algehele welbevinden, zowel lichamelijk als geestelijk. Het warme water en de waterdruk maken de spieren soepel, beperken reumapijnen en stimuleren vochtdoorstroming. De chromotherapie laat de cabine vrolijk kleuren, hetgeen een positief effect heeft op de gemoedstoestand van de gebruiker en de combinatie van de stoom en aromatherapie heeft een positief effect op de luchtwegen. Bovendien gaat de douche bewust om met waterverbruik middels een gesloten circuit wat een waterbesparing tot 60% kan opleveren ten opzichte van een conventionele douche.

Bart Thijs, Projectarchitect Living Tomorrow: “Het duurt inderdaad een lange tijd voordat de ingeslagen weg wordt aanvaard of opgenomen. Er is nog steeds een onderscheid tussen een woonomgeving in een woonzorgcentrum en onze eigen woonomgeving. Grootste uitdaging is om deze kloof te dichten. Toch zien we dat bepaalde steden reeds in ruimte hebben voorzien voor woonzorgcentra die een stad op zichzelf vormen, met andere woorden een stad in een stad. Hier liggen nog heel wat opportuniteiten die vandaag nog niet worden benut.”

Peter De Baerts, Carefull: “Technologie moet volgens mij mee geïntegreerd worden in het gebouw. Vandaag hamert iedereen binnen de woonzorgsector op comfort en veiligheid. Technologie ondersteunt deze twee waarden. Denk maar aan een videofoon of aan de automatisatie van processen in een woonzorgkamer, zoals het automatisch doven van de lichten bij het buitengaan. Met andere woorden, niet zozeer trendy technologie (smartphones, tablets en smarttelevisies), maar wel verborgen technologie moet in een woonzorgcentrum worden geïmplementeerd.”

Geremd door besparingen

Nu de 6de staatshervorming ouderenzorg voor het grootste deel tot het terrein van de gemeenschappen maakt, is er ontegensprekelijk een momentum om dit beleidsdomein te moderniseren. Hoe kunnen we van de toenemende vergrijzing een meerwaarde, een opbrengst maken in plaats van de aanstuurder van een kostenspiraal? Welke kansen liggen er voor ondernemers en organisaties actief in de sector?

Benoît Thevelin, Moments Furniture, reageert: “De grootste en meest ingrijpende verandering is niet te zoeken binnen een reeks innovaties, maar wel binnen die regering. De besparingen op de ouderenzorg zijn niet meer over het hoofd te zien. Wij als ondernemers hebben politieke stabiliteit nodig, maar vandaag is het absoluut niet duidelijk wie de nieuwe woonzorgcentra of assistentieflats zal financieren. Terwijl de vergrijzing van de bevolking en ontoereikbare pensioenen de belangrijkste punten zijn op de agenda. Technologie wordt volgens mij hierdoor geremd: gaan wij als ondernemers nog wel voldoende investeerders vinden om het nieuwe zorgmodel toe te passen…Ik denk daarom dat we nog meer in modellen moeten denken. Een bepaald type kamer of flat naar de behoeften van de oudere.”

Frank Huynen, HP Belgium gaat hierop verder: “Als we heel kritisch naar het project Carehome of the Future kijken, denk ik dat we de vraag moeten omdraaien. Als partners hebben wij ons waarschijnlijk teveel toegelegd op het toonbaar maken van ons kunnen, terwijl we misschien wel de bewoner zelf uit het oog zijn verloren. Er werd te weinig aandacht besteed aan trajectbegeleiding en het financieel overbruggen van verschillende situaties.”

“Alle macht ligt volgens mij bij de overheid. Als er geen terugbetalingssysteem is hebben de ouderen of hun kinderen niet voldoende financiële middelen. Als industrie moeten wij proberen om de overheid bewust te maken van deze noden. En zoals reeds aangehaald, dé senior bestaat niet. We mogen de vergrijzing niet als één groep zien. Ook dit moeten we als ondernemers proberen duidelijk te maken aan de overheden”, vult Isabelle Colin, Recticel, aan.

Out of the box!

Rik Neven van Architectura.be gooit het over een andere boeg en legt de nadruk op de integratie en een andere vorm van zorg: “We moeten in de toekomst hokjes doorbreken en bijvoorbeeld scholen, kinderdagverblijven en woonzorgcentra combineren.”

BoCasa nam effectief de proef op de som en probeerde tijdens het project een kinderdagverblijf in de serviceresidentie te integreren. Aangezien de subsidies van de overheid zijn geschrapt, moest het kinderdagverblijf zo’n 70 euro per dag per kind (30 kinderen) aanrekenen om break even te draaien, waardoor de integratie financieel niet haalbaar leek.

Benoît Thevelin, Moments Furniture heeft nog een andere bedenking: “Ik denk dat we ons eerst moeten afvragen of de ouders wel openstaan voor zo’n integratie. Wat doen we als er een griepepidemie heerst in een woonzorgcentrum? Het is allemaal mooi in theorie, maar is het ook haalbaar?”

Peter De Baets, Carefull, vult verder aan : “Het wordt inderdaad allemaal mooi voorgesteld, maar het moet voor de ouders doenbaar zijn. Ligt het woonzorgcentrum niet te veraf van de woonplaats of het werk en willen de ouders die omweg wel maken?”

Volgens Bart Renard, VASCO, is er geen pasklare oplossing: “Ik denk niet dat we kunnen blijven bouwen zoals we vandaag bezig zijn, maar dat we ons moeten richten op meer flexibele gebouwen. Zodanig dat ze kunnen dienen als woonzorgcentrum, maar eveneens al huisvestiging of kantoor.”

Het panel is er het over eens dat er dringend vernieuwende oplossingen gezocht moeten worden om de uitdagingen in de ouderenzorg aan te gaan; uitdagingen zoals een sterk stijgende zorgvraag, een groeiend tekort aan personeel en budgettaire restricties. We leven steeds langer en we zullen in de toekomst nood hebben aan meer, maar ook andere vormen van ouderenzorg. De vergrijzing van de bevolking mag niet als een homogene groep gezien worden: iedere senior is anders (sociale achtergrond, inkomen, gezondheid, levensstijl, gezinssamenstelling, enzovoort…) en hun zelfredzaamheid hangt nauw samen met hun eigen mobiliteit. Dé oudere bestaat niet en daarom zal het noodzakelijk zijn volgens de Carehome of the Future partners om nieuwe modellen van ouderzorg uit te denken.

Nieuwe modellen in een onzekere toekomst

Mensen worden niet alleen ouder, ze willen ook langer actief en gezond blijven. Zo lang mogelijk zelfstandig wonen, zelfs als we zorgbehoevend zijn, is de huidige trend. Hierdoor ontstaat de behoefte aan nieuwe woon-, leef- en zorgvormen. Er is een grote differentiatie binnen de doelgroep en bijgevolg zijn er grote verschillen in leefstijl en woonwensen. Bovendien zien jongeren een compleet ander zorgmodel dan het model dat vandaag wordt gebruikt. Kunnen we nog wachten tot de overheid aan de alarmbel trekt…?

Jurgen De Jaeger, Innovation Manager Carehome of the Future: “Willen we niet allemaal langer zorgen voor onszelf en thuis blijven wonen? Misschien focussen we teveel op hoe wij kunnen zorgen voor anderen. Is er geen zorgplan of een model mogelijk waarin de persoon in kwestie zelf kan bepalen hoe in zijn zorg te voorzien. Moeten we niet samen nadenken over een model hoe we later onze eigen verzorging zien, zonder tussenkomst van de overheid of promotoren. Er zijn voldoende creatievelingen die deze rol op zich kunnen nemen. Het model ‘zorg voor elkaar’ zou nader bekeken moeten worden. Jongeren hebben een compleet ander zorgmodel voor ogen dan dat vandaag voorhanden is. Bovendien zal zorg in de toekomst bepaald worden door de financiële middelen die iemand heeft. Wie het kan betalen zal bijvoorbeeld kunnen rekenen op zijn persoonlijk zorgplan via een verzekeraar, voor wie de middelen niet heeft zal het heel wat moeilijker worden.”

“Voor zij die het kunnen betalen, ziet de toekomst er inderdaad wat rooskleuriger uit”, vult Bas van Montfoort, Electrolux Professional, aan. Maar wat zal er gebeuren met de mensen die hun eigen zorg niet kunnen uitstippelen. Volgens mij moet de overheid wel ingrijpen en dat niet enkel en alleen door te innoveren.”

“Ik denk persoonlijk dat heel veel afhangt van de mobiliteit van de oudere. Hoe langer iemand mobiel blijft, hoe langer men kan thuisblijven. Indien die mobiliteit wegvalt, zal men uitkijken om in een meer stedelijke omgeving te gaan wonen of in een woonzorgcentrum of serviceflat”, zegt Filip Lammens van XELLA.

De partners besluiten dat er hieromtrent een grote leegte gaapt. De overheid dringt innovatie op, maar niemand weet in welke richting die vernieuwing gezocht moet worden: thuis, in een woonzorgcentrum, gezamenlijk of elk voor zich? Ondernemers zoeken antwoorden die ze niet gemakkelijk vinden. Er wordt vooral gehamerd op de ontbrekende steun van de overheid en het ontbreken van een duidelijk toekomstplan. Er moet veel interactiever gepraat worden onderling én met de overheid over modellen en financieringen en niet zozeer over de zorgwoning zelf en zijn mogelijke faciliteiten.

 

Care of the Future

Vroeger was het simpel: ofwel bleef je thuis ofwel ging je naar een rusthuis. Voor de jonge generatie lijkt het nog simpeler: zij willen later zorgen voor elkaar en samen oplossingen bedenken. Maar zijn het dan de generaties X en Y die voor ophef zorgen? Met andere woorden: zijn het niet de aankomende generatie ouderen die alles zo kwalitatief mogelijk naar persoonlijke behoefte willen invullen. En moeten we ons niet meer toeleggen op die zorg dan op het zorgmodel zelf?

“Inderdaad, hadden we het project niet beter Care of the Future genoemd in plaats van Carehome of the Future”, repliceert Frank Huynen, HP Belgium. “Want dat is wel de discussie die we voeren vandaag. Hoe gaan we later in onze zorg kunnen voorzien en niet zozeer: hoe gaat onze zorgwoning er later uitzien? Als de overheid daadwerkelijk afwacht wat wij als ondernemers kunnen verwezenlijken, dan is het aan ons om deze ervaring te delen en de zorg misschien vanuit een ander standpunt te bekijken”.

Kris Petré, Cochlear, stelt voor om bij toekomstige projecten te kiezen voor meer differentiatie in de studiegroep. Mensen van verschillende leeftijdscategorieën zullen zorgen voor meer uiteenlopende ideeën en oplossingen.

Willem-Jan Jacobs, Strategic Developer Living Tomorrow beaamt deze stelling: “Wij hebben misschien inderdaad teveel nadruk gelegd op het zorgcentrum zelf en zijn te weinig in dialoog gegaan met wat de ouderen en hun verzorgers zelf willen. En hoogstwaarschijnlijk werden er té weinig mensen van buitenaf bij betrokken, zoals bijvoorbeeld de jongere generatie.”

Lekker eten

In de hoogtechnologische wereld van de genees- en verpleegkunde wordt de primaire zorg, voedingszorg, vaak ondergewaardeerd. ‘Lekker eten’ wordt tijdens het panelgesprek genoemd als prioritair. Niet de laatste nieuwe technologische snufjes, maar persoonlijke zorg – zoals een lekkere maaltijd – staan met stip op nummer één als we het hebben over menswaardig ouder worden. Ieder individu heeft zijn eigen behoeften en persoonlijke voorgeschiedenis. Om succes te boeken in de voedingsbenadering is het dan ook noodzakelijk dat keukenverantwoordelijken rekening houden met de levenswijze van elke klant, vroeger en nu. ‘Eten wat de pot schaft’ zou in deze context niet meer mogen worden gebruikt. Senioren worden enkel en alleen samengebracht op basis van hun leeftijd of ziektebeeld en dit los van hun sociale achtergrond. Voorkeuren of afwijzingen voor bepaalde gerechten evolueren van de geboorte tot het overlijden. In onze cultuur spelen naast biologische en sociale factoren ook het individuele genot en de gezelligheid een grote rol. Door deze wisselwerking ontwikkelt zich een hoogst individuele voedingsidentiteit die moet worden gerespecteerd. Senioren proberen hun voedingsgewoonten en daarmee gepaard gaande hun identiteit zo lang mogelijk te bewaren. Eten zou een feest moeten zijn en dat is het dikwijls niet. Ouderen eten niet enkel vaak alleen op hun kamertje, het eten wordt ook soms weinig opbeurend gepresenteerd en qua variatie laat het ook dikwijls te wensen over. Bovendien proeven en ruiken ouderen sowieso een stuk minder goed. Al deze factoren leiden ertoe dat vele ouderen minder of haast niet meer genieten van hun eetmomenten, systematisch weinig trek hebben en uiteindelijk met ondervoedingsproblemen te maken krijgen. Ouderen die er daarentegen wel in slagen om gezond, in gezelschap, voldoende en gevarieerd te eten voelen zich minder eenzaam, kampen minder vaak met depressies en verveling en hebben uiteindelijk minder zorg en medicatie nodig.

Alle partners beamen het feit dat er in de toekomst veel meer aandacht moet geschonken worden aan hetgeen er in een woonzorgcentrum wordt geserveerd. Want lekker eten, betekent voor heel wat senioren puur geluk.

Bas van Montfoort, Electrolux Professional: “Wij integreerden een mobiele keuken in Carehome of the Future. Het verrijdbare keukenelement brengt het koken terug tot bij de mensen. Vandaag hebben ouderen in woon- en verzorgingscentra vaak geen rechtstreekse band meer met koken en eten, terwijl ze dat tijdens hun jonge leven vaak veel intenser hadden. Met de mobiele keukenelementen zorgen we dat koken weer mogelijk wordt tussen de mensen. Op die manier kunnen ze weer van veel dichterbij ruiken, zien, horen en voelen waar koken om gaat. Hun zintuigen worden geprikkeld, wat de geestelijke gezondheid sterk bevorderd. We zien vandaag dat de vraag vanuit woonzorgcentra naar deze mobiele keuken toeneemt en dat zorgt ervoor dat we vandaag met meerdere partijen rond de tafel kunnen gaan zitten om dit concept verder uit te bouwen.”

Uiteraard speelt naast de kwaliteit, geur en smaak van het eten, ook de sfeer een belangrijke rol. Senioren moeten met plezier hun maaltijden kunnen nuttigen. In een gezellige omgeving ‘onder mensen’ smaakt hetgeen op ons bord ligt altijd beter. De beleving van de bewoner moet centraal staan. Een stukje vis dat wordt gebakken in goede boter en de geur die dit met zich meebrengt, zal ervoor zorgen dat de senior met meer smaak zal eten. We mogen we niet vergeten dat senioren uit een totaal andere smaakwereld komen. Ze aten enkel streekproducten zoals vlees van zelfgekweekte dieren en groenten uit de eigen tuin. Ze kookten op hun stoof zonder alle technische hoogstandjes van vandaag. De gestoomde keuken was hen helemaal vreemd.

Maar ook hier weer wordt de vrijheid en creativiteit dikwijls geremd door een gebrek aan financiële middelen: “Indien de food cost laag gehouden moet worden, dan is de kok beperkt in zijn mogelijkheden om smaak en beleving op het bord te brengen.”

 

Schaarste zal innovatie creëren

Het panel besluit dat we vandaag teveel zijn blijven stilstaan. Samen moeten we ons bewust worden wat er binnen 5 à 10 jaar staat te gebeuren. Vandaag is bijna een op de vijf Vlamingen ouder dan 65. De levensverwachting is de afgelopen tien jaar elk jaar met drie maanden toegenomen voor de mannen en met ruim twee maanden voor de vrouwen. De vergrijzing en zelfs de verzilvering ofwel de groei van 80 plussers komen nu razendsnel op ons af. Bovendien kunnen sinds 1 januari 2015 ouderenvoorzieningen geen VIPA-dossiers voor investeringssubsidies meer indienen. Er heerst vandaag vooral grote onduidelijkheid bij de ondernemingen, maar deze onduidelijkheid kan ook leiden tot nieuwe creatieve ideeën of hoe schaarste innovatie zal afdwingen.

Serge De Rouck, Moments Furniture: “ Wij hebben als partners het beste van ons kunnen laten zien, maar ik vraag mij af of we wel voldoende aandacht besteed aan de mens zelf. Volgens mij hebben we een soort perfect eiland gecreëerd, maar dan wel op productniveau.”

“Ik vraag mij af wanneer we de echte ‘boom’ mogen verwachten. Wanneer zal de vergrijzing zorgen dat er daadwerkelijk te weinig voorzieningen voorhanden zullen zijn. Ik ben ervan overtuigd dat op dat moment de schaarste tot innovatie zal leiden”, besluit Jurgen De Jaeger, Innovation Manager Carehome of the Future.